De Nederlandse industrie kende vorige maand een flinke opleving. Dat maakte de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) vrijdag bekend.

De inkoopmanagersindex die de bedrijvigheid in de industrie weergeeft, kwam in maart uit op 53,6, tegen 51,7 in februari. Daarmee bereikte de index het hoogste niveau in vijf maanden. In februari kwam de index nog uit op het laagste peil sinds augustus 2014.

Een stand boven 50 duidt op groei, daaronder op krimp. De voorgaande maanden kende de Nederlandse industrie nog een groeivertraging. Volgens de Nevi is de stijging in maart een duidelijke indicatie dat de economie aantrekt.

De opleving komt door de almaar dalende inkoopprijzen van olieproducten, grondstoffen en halffabrikaten, geeft hoogleraar inkoopmanagement Arjan van Weele van de TU Eindhoven aan. De lagere inkoopprijzen vertalen zich in lagere verkoopprijzen, die op hun beurt weer de vraag uit zowel het buiten- als binnenland stimuleren.

De toename van de productie was de grootste in drie maanden, en dat was het gevolg van de sterke stijging van nieuwe orders. De werkgelegenheid nam ook fors toe. " De goede orderpositie in de Nederlandse industrie vertaalt zich in hogere productievolumes en daarmee ook in een hogere werkgelegenheid" , aldus Van Weele.

Volgens Van Weele is er nauwelijks een negatief bericht te melden. "Of het moeten de steeds langere levertijden van bedrijven zijn die klagen dat hun toeleveranciers steeds meer een bottleneck gaan vormen. Inkopers zullen op zoek moeten naar aanvullende capaciteit."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl